Het kweken van witfactorige glosters

Mijn eerste witte en blauwbonte glosters kweekte ik in 1984.
Een geelbonte consortman werd gekoppeld aan een  geheel blauwe pop die ik van een bevriende glosterkweker kocht.
Uit deze combinatie kreeg ik bonte, maar ook geheel witte glosters.
De geheel witte consorts uit deze combinatie showde ik op verschillende tentoonstellingen.
Tussen alle groene en matig bonte glosters waren het opvallende vogels.
In die tijd zag je zondermeer weinig vetstofkleurige glosters.
Het is natuurlijk een prachtige kleurvariatie en in verschillende bontvariaties zal de witte gloster en witbonte gloster vaak de aandacht trekken.

De witfactor komt voort uit het dominant wit.
Van deze factor wordt beweerd dat ze lethaal is als beide ouders witfactorig zijn.
Blijkbaar is dit gegeven bij de meeste kanariekwekers bekend en wordt een witfactorige vogel altijd gekoppeld aan een niet witfactorige.
De uitkomst van zo'n combinatie is onvoorspelbaar.
Soms zijn alle jongen witfactorig, de andere keer geen één.

De witfactor kan alleen gekweekt worden als één van beide ouders deze factor heeft.
Als een witfactorige gloster gekweekt is uit groen of groenbont, zal de veerkwaliteit en sterkte niet minder zijn dan groen of groenbont.
Komt de witfactor echter voor in cinamon, isabel of agaat, dan zal dat wel invloed hebben op de kwaliteit van de veer.
De sterkste kleuren zijn immers groen en blauw afkomstig uit groen.
Kleuren als agaat, cinamon en isabel zijn zwakkere kleuren en hebben invloed op de veerkwaliteit.

Voor elke kleurslag geldt dat gelet moet worden op een gezonde sterke veer met glans en kleur.
Bij de witfactorige glosters kennen we verschillende kleurkwaliteiten.
Het blauw kan een leiblauwe tot een bijna zwartblauwe intensiviteit laten zien.
Voor de glosterkweek heb ik het liefst een zo donker mogelijke kleur.
Het liefst zie ik dat in de poppen.

Poppen die bijna zwart of zwart bont zijn, zullen vaak een mooiere veer laten zien en ook betere kuiven.
Bij de groene of bonte gloster adviseer ik altijd om schimmelpoppen te zoeken met veel kleur in de vleugels.
Vaak zie je dat dan goed in de zogenaamde yellow wing birds.
Bij de blauwe of witbonte herken je deze kwaliteit aan het zwarte pigment.
Hoe zwarter, des te beter.

TOP